In dit deeladvies beperkt de ACVZ zich, vanwege de door de Minister gevraagde spoed, tot een juridische beschouwing inzake genoemd concept van een voorstel van Wet inburgering in het buitenland (verder te noemen het wetsvoorstel). Daarbij concentreert de ACVZ zich op de vraag in hoeverre het wetsvoorstel verenigbaar is met internationale rechtsnormen.1 In het later te verschijnen advies inzake inburgering, waarin ook wordt ingegaan op de inburgeringsvoorwaarde ter verkrijging van een permanente verblijfsvergunning, zal de ACVZ aandacht besteden aan de beleidsmatige en de overige juridische aspecten van inburgeringsvoorwaarden.