Jaarverslag 2013 |
10-05-2014 Jaarverslag ACVZ 2013 VOORWOORD
Dit jaarverslag staat in het teken van de doorwerking van adviezen. Wat zijn de effecten geweest van de adviezen die de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) heeft uitgebracht? De eerste effecten hoop ik met dit jaarverslag duidelijk te maken. Parallel aan dit jaarverslag wordt ook de vierjaarlijkse externe evaluatie van de ACVZ gepubliceerd waarin deze doorwerking centraal staat. 2013 is een prima jaar geweest voor de ACVZ. Met name de beleidsadviezen waren goed zichtbaar en hebben duidelijk effect gehad. De adviezen over vreemdelingenbewaring, dagbesteding voor vreemdelingen in de opvang en het advies over het buitenschuldbeleid hebben kabinetsreacties opgeleverd waaruit bleek dat een behoorlijk aantal aanbevelingen wordt overgenomen. Daarnaast hebben deze adviezen geleid tot de nodige maatschappelijke en politieke discussies. Het advies over het buitenschuldbeleid was daarbij zonder twijfel de ‘publiekstrekker’. De profilering van de ACVZ is met deze publieke aandacht verder vergroot, en daar streeft de adviescommissie ook heel bewust naar. Juist in een tijd waarin een toenemend aantal informatiebronnen, consultatie- en adviesprocedures bestaan, is het voor de ACVZ van belang om de onafhankelijke adviescommissie te blijven die streeft naar kwaliteit, volledigheid, objectiviteit en deskundigheid. Alleen met een verdere uitbouw en verfijning van haar adviesrol kan de adviescommissie ook in de toekomst meerwaarde blijven hebben, maatschappelijk relevant zijn en draagvlak verkrijgen voor een verdere verbetering van het vreemdelingenbeleid en het vreemdelingenrecht. In dat kader ben ik ook heel blij met de drie nieuwe leden die in 2013 zijn benoemd. Conny Rijken, Petra Stienen en Joanne van der Leun brengen ieder vanuit hun eigen expertise meerwaarde in bij de ACVZ. Hoe ze dat doen laten ze weten in hun korte introducties verderop in dit jaarverslag. Ook praktisch gesproken heeft de ACVZ in het afgelopen jaar de adviezen en de aanbieding daarvan meer op de voorgrond gezet met behulp van persconferenties en interviews. Er is daarnaast geïnvesteerd in de contacten met verschillende instanties, organisaties en personen die te maken hebben met vreemdelingenzaken. Verder is onze website vernieuwd en toegankelijker gemaakt. Uit de externe evaluatie van de ACVZ blijkt dat de kwaliteit van de advisering door de buitenstaanders als goed wordt ervaren. Dat is mooi. Maar ook blijkt dat meer aandacht mag worden besteed aan de nazorg van de adviezen. Daarom zal het intensiever informeren van de buitenwacht over de adviezen en het bijhouden van de effecten van de adviezen in de komende periode centraal staan, een doelstelling waar ik als voorzitter van de ACVZ graag mee aan de slag ga. NIEUWE LEDEN
Mensenrechten, asiel en vreemdelingenzaken zijn thema's die als een rode draad door mijn diplomatieke loopbaan liepen. Ook nu ik zelfstandig adviseur ben op het gebied van diversiteit, diplomatie en mensenrechten blijf ik deze onderwerpen met veel belangstelling volgen. Ik wil mijn inzichten en ervaringen uit de internationale diplomatie en kennis van het Nederlandse debat graag in de context van de ACVZ inzetten. Want ik zie een urgentie in het werk van de ACVZ. De adviezen van deze commissie kunnen bijdragen aan het in stand houden van een goed en rechtvaardig systeem voor de rechtsbescherming van vreemdelingen en asielzoekers. Daarbij vind ik dat Nederland het aan zichzelf en aan de wereld verplicht is een belangrijke voortrekkersrol te spelen in het verkrijgen en handhaven van respect voor het internationale recht. Niet alleen omdat het in onze grondwet staat, maar vooral omdat het een waarde is die het leven van velen draaglijker zal maken. Voor mij is de ACVZ een plek waar op basis van kennis, kunde, expertise van diverse adviseurs uit de geledingen van de Nederlandse samenleving en goede voelsprieten voor het maatschappelijke debat adviezen worden geschreven die juist dat internationale recht en de menselijke waardigheid willen eren. Hierbij gaat mijn bijzondere aandacht uit naar onderwerpen op het snijvlak van het internationale recht en internationale diplomatie zoals terugkeer van vreemdelingen en afgewezen asielzoekers en mensenrechten van ongedocumenteerden, migranten en vreemdelingen in ons eigen land.
Conny Rijken, commissielid sinds 1 april 2013 Ooit begon ik mijn loopbaan als jurist bij de IND, alwaar de steeds terugkerende en sterk op elkaar lijkende verhalen mij nieuwsgierig maakten naar de wereld van mensensmokkel en mensenhandel die daar mogelijk achter schuilging. Het schrijven van mijn proefschrift was dan ook een uitgelezen kans om nader onderzoek te doen naar dergelijke praktijken, wat is uitgemond in een onderzoek naar mensenhandel in de Europese context. Migratierecht is geen eendimensionaal terrein maar wordt beïnvloed door het Europees recht, het internationaal recht, mensenrechten, sociaal recht en soms ook door het strafrecht. Het combineren van deze verschillende dimensies en dit vertalen naar de concrete betekenis voor wetgeving en beleid, met oog voor de mensenrechtelijke aspecten, maakt het werk van de ACVZ boeiend en waardevol. Ondanks het multidisciplinaire karakter van het migratierecht is de invloed van het Europees recht het meest direct en meest voelbaar. De migratierechtelijke aspecten die voortvloeien uit het vrij verkeer van werknemers en diensten, het werk van FRONTEX in relatie tot internationale bescherming, irreguliere migratie, en de beperkte mogelijkheden voor legale migratie voor sommige groepen, vereisen een voortdurende alertheid vanuit een kritische en mensenrechtelijke invalshoek. Ik ben trots dat ik als lid van de ACVZ daar een bijdrage aan mag leveren.
Joanne van der Leun, commissielid sinds 1 september 2013 Als hoogleraar criminologie aan de universiteit Leiden doe ik onderzoek naar migratie en criminaliteit. Crimmigratie- het verweven raken van criminaliteitsbeleid en migratiebeleid – is een van de thema’s waar mijn bijzondere interesse naar uitgaat. Door de jaren heen heb ik ook gekeken naar illegaal verblijf (in mijn promotieonderzoek in de sociologie), multi-etnische wijken, mensenhandel en ondernemerschap van migranten. Op die manier ben ik ook veelvuldig in aanraking gekomen met aspecten en gevolgen van migratiebeleid. Soms zijn die bedoeld, maar vaak ook onbedoeld. Hoewel mijn wetenschappelijke onderzoek bij tijd en wijle zeker is opgemerkt binnen de wereld van politiek en beleid, zie ik het als een betekenisvolle stap dat ik nu deel mag uitmaken van de ACVZ. Ik hoop daarmee op een meer directe manier bij te dragen aan beleidsadvisering. Illegaal verblijf en migratiecontroles hebben mijn bijzondere aandacht. Waar ik criminologisch onderzoek vooral interessant vind als de onderzoeker ook echt gaat kijken naar de verschijnselen die hij of zij bestudeert, moet ook beleid goed aansluiten bij de dagelijkse werkelijkheid. Soms is daar onderzoek voor nodig. Met mijn brede ervaring met kwalitatieve en kwantitatieve methoden en technieken zal ik meedenken over de manier waarop deze studies worden opgezet en vervolgens weer vertaald naar de advisering. Adviezen over beleid worden niet altijd overgenomen. Sterker nog, op een gevoelig terrein als het vreemdelingenbeleid worden ze niet altijd gewaardeerd. Maar de ACVZ heeft inmiddels een serieuze positie opgebouwd in het veld. Juist in een woelig en omstreden beleidsterrein als dat van de ACVZ is een onafhankelijk adviesorgaan cruciaal. UITGEBRACHTE ADVIEZEN 2013
WETSADVIEZEN
Verloren tijdAdvies over dagbesteding in de opvang voor vreemdelingen Uitgebracht op 22 maart 2013 Onderzoek toont aan dat er in de opvang nauwelijks mogelijkheden zijn om activiteiten te ondernemen waardoor er negatieve gevolgen ontstaan voor de gezondheid van vreemdelingen én voor de effectiviteit van het beleid. Kabinetsreactie Naar aanleiding van dit advies gaat het kabinet kijken naar mogelijkheden voor asielzoekerscentra om meer inzet van reeds beschikbare voorzieningen en mogelijkheden te krijgen, zonder dat dit tot extra investeringen leidt. In een pilot zal verder worden nagegaan of het activeren van vreemdelingen bijdraagt aan het stimuleren van zelfstandige terugkeer. Overige reacties Dagblad Trouw geeft aan dat het Nederlandse asielbeleid er bij gebaat is als de dagbesteding van asielzoekers flink wordt verbeterd. Ook de Volkskrant richt zich op de bevinding van de ACVZ dat het gebrek aan dagbesteding de (psychische) gezondheid van de asielzoekers schaadt. De NOS bericht dat asielzoekers veel te weinig te doen hebben in de opvangcentra en daardoor passief worden en hun gezondheid zo achteruit gaat. Op Nu.nl wordt gemeld dat het sluimerbestaan dat veel asielzoekers voeren hen passief maakt. Briefadvies ‘Verhoging leeftijdsvereiste Nederlandse referent naar 24 jaar’Uitgebracht op 3 april 2013 Kabinetsreactie:
Overige reacties
Vreemdelingenbewaring of een lichter middel?Advies over de besluitvorming bij inbewaringstelling van vreemdelingen. Uitgebracht op 29 mei 2013 De ACVZ adviseert om vreemdelingenbewaring uitsluitend toe te staan als uiterste middel en alleen zolang er daadwerkelijk zicht is op vertrek en er een reëel risico bestaat dat de vreemdeling zich tijdens een vertrekprocedure zal onttrekken aan het toezicht van de overheid. Uit het onderzoek is gebleken dat in de praktijk de kennis, tijd en middelen ontbreken om te waarborgen dat het opleggen van vreemdelingenbewaring alleen in dit soort uiterste gevallen plaatsvindt. De ACVZ doet daarom aanbevelingen die ertoe kunnen leiden dat een Hulpofficier van Justitie in de praktijk voldoende kennis en mogelijkheden heeft om zijn beslissing goed te kunnen voorbereiden. Daarnaast stelt de commissie maatregelen voor waarmee kan worden verzekerd dat bewaring slechts als uiterste middel wordt toegepast en niet langer voortduurt dan gerechtvaardigd is. Ten slotte spoort de commissie de staatssecretaris aan om door te gaan met het ontwikkelen van alternatieven voor bewaring en maatregelen te nemen om de bestaande begeleiding van vreemdelingen tijdens vertrekprocedures verder te verbeteren. Kabinetsreactie Overige reacties Waar een wil is maar geen weg
Uitgebracht op 1 juli 2013 Het buitenschuldbeleid is volgens de ACVZ onduidelijk en daardoor bestaat er gevaar voor willekeur. Dit beleid moet preciezer worden geformuleerd en duidelijker worden toegelicht. De ACVZ heeft onder andere de juridische voorwaarden voor een buitenschuldvergunning, de te volgen procedures en de hoeveelheid verleende vergunningen onderzocht. Aanbevolen wordt:
Lees advies (PDF) Enkele overige reacties Advies ‘Geen land te bekennen’Een advies over de verdragsrechtelijke bescherming van staatlozen in Nederland. De ACVZ is van oordeel dat Nederland zijn beleid voor staatlozen moet aanpassen. Nederland heeft de internationale verplichting staatlozen te beschermen en staatloosheid zoveel mogelijk te voorkomen. Een deugdelijke vaststelling van staatloosheid vindt in Nederland echter niet plaats. Er moet een vaststellingsprocedure voor staatloosheid komen en er moet een verblijfsvergunning specifiek voor staatlozen in het leven worden geroepen. Alleen door verkrijging van een verblijfsvergunning kunnen erkende staatlozen in Nederland hun rechten uitoefenen. Ook de positie van in Nederland staatloos geboren kinderen vergt aandacht. Zij kunnen nu na drie jaar wettig verblijf het Nederlanderschap krijgen. De commissie is van oordeel dat dit in strijd is met het Verdrag tot Beperking der Staatloosheid. Volgens dit verdrag hebben alle kinderen die in Nederland staatloos geboren worden na uiterlijk vijf jaar verblijf recht op de Nederlandse nationaliteit, ook als zij hier niet rechtmatig verblijven. Kabinetsreactie Enkele overige reacties
Advies biometrische kenmerken in de vreemdelingenketen(25 februari 2013) Verwijzend naar haar eerdere advies over gebruik van biometrie in het vreemdelingenbeleid van 18 mei 2009, oordeelt de ACVZ in dit advies dat de voorgestelde wetswijzigingen op een voor de hand liggende wijze in het ontwerpbesluit zijn uitgewerkt. De commissie is wel van oordeel dat de voorgestelde regelingen eenvoudiger en uniformer kunnen worden opgesteld. Ten aanzien van kinderen in de asielprocedure wordt aanbevolen om aan te sluiten bij de leeftijdsgrens van zes jaar. Advies regeling langdurig verblijvende kinderen(26 februari 2013) Advies gezinsmigratie van ongehuwde partners(3 april 2013) De commissie neemt met instemming kennis van het ongedaan maken van het kabinetsvoornemen om gezinsmigratie voor ongehuwde partners in het kader van de aanscherping van de eisen van gezinsmigratie niet langer mogelijk te maken. De ACVZ beveelt aan om, rekening houdend met de gezinsherenigingsrichtlijn, de in het wetsvoorstel gebruikte term ‘geattesteerd’ nader toe te lichten en deze toelichting eveneens op te nemen in de Vreemdelingencirculaire 2000. Hoewel deze term aansluit bij de gezinsherenigingsrichtlijn artikel 4, derde lid, betreft het geen in de Nederlandse taal en het Nederlands vreemdelingenrecht algemeen gangbare term. De commissie beveelt verder aan om de voorwaarde, dat er sprake moet zijn van een duurzame en exclusieve relatie, niet te stellen ten aanzien van ongehuwde partners van langdurig ingezetenen dan wel deze voorwaarde als algemene voorwaarde van toepassing te laten zijn op alle ongehuwde partners door opneming in het Vreemdelingenbesluit 2000, bijvoorbeeld in artikel 3.14 Vb 2000. Advies verlenging naturalisatietermijnen en uitbreiding openbare ordetoets minderjarigen(23 mei 2013) Een aantal maatregelen wordt in dit wetsvoorstel aangekondigd. Advies implementatie herziene Dublinverordening (EU nr. 604/2013)(3 december 2013) De adviescommissie beveelt hierin aan om in het Vreemdelingenbesluit 2000 nadere regels te stellen met betrekking tot de toepassing van het voorgestelde artikel 30, eerste lid, onder d Vw 2000, waardoor gewaarborgd wordt dat een asielaanvraag inhoudelijk kan worden beoordeeld indien overdracht van de vreemdeling aan een ander land, waar hij subsidiaire bescherming of een gelijkwaardige status geniet, een reëel risico op schending van artikel 3 EVRM oplevert. Verder doet de ACVZ de aanbeveling om de verplichting tot toetsing aan de vereisten die opgenomen zijn in artikel 28, tweede lid, van de herziene Dublinverordening vast te leggen in de Vreemdelingenwet. Hiermee wordt beoogd te waarborgen dat de inbewaringstelling van Dublinclaimanten als ultimum remedium wordt gehanteerd en alleen plaatsvindt indien sprake is van een significant risico op ontduiking. Daarnaast beveelt de commissie aan om de memorie van toelichting met betrekking tot het persoonlijk gehoor te verduidelijken en aan te geven hoe is gewaarborgd dat dit onderhoud de rust- en voorbereidingstermijn respecteert.
WERKPROGRAMMA 2014Conform artikel 26 van de Kaderwet adviescolleges wordt jaarlijks een werkprogramma opgesteld. SAMENSTELLING COMMISSIE EN SECRETARIAAT ACVZ 2013In 2013 bestond de commissie uit de volgende leden:
In 2013 bestond het secretariaat uit:
Voor de actuele samenstelling van de ACVZ klik hier. |