Op weg naar 2030: Themanummer Journaal Vreemdelingenrecht over de toekomst van het vreemdelingenrecht

In 2018 bracht de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) het RAPPORTOp weg naar 2030. Migratie: een toekomstverkenning’ uit, met als doel om een handvat te bieden om beter met de onzekere toekomst van migratie om te gaan en daarover met elkaar in gesprek te gaan. Voor de redactie van Journaal Vreemdelingenrecht aanleiding om een open-access themanummer over de toekomst van het vreemdelingenrecht uit te brengen.

Het THEMANUMMER JNVR opent met een bijdrage van Sonja Avontuur en Tesseltje de Lange, ‘Op weg naar 2030. Migratie: een toekomstverkenning,‘. De auteurs reflecteren op de inzichten die in de bijdragen aan dit nummer worden geboden.

Daarna volgt Kees Versteegh (NRC-journalist) met Terecht dat migratie-discussie van normatieve uitgangspunten wordt voorzien‘. In deze bijdrage spreekt de auteur met Marthe Hesselmans en Tamar de Waal. Het rapport van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken probeert de keuzes voor migratiebeleid in een aantal scenario’s te vangen. Werkt dat? En heeft de commissie voldoende aandacht voor nieuwe ontwikkelingen zoals terrorisme en klimaatverandering?

De bijdrage van Barbara M. Oomen heeft als titel ‘Naar een lokaal vreemdelingenrecht en -beleid‘. Gemeenten spelen steeds meer een voortrekkersrol bij internationale vraagstukken zoals migratie. Dit geldt ook voor het vreemdelingenbeleid. Barbara Oomen schetst drie recente ontwikkelingen op dit gebied: de divergentie tussen lokaal en nationaal beleid, het samenwerken binnen internationale netwerken ter verbetering van het vreemdelingenrecht en de vorming van ‘humanitaire olifantenpaden’. Zij blikt daarbij vooruit, naar 2030. Welke rol kunnen gemeenten spelen in de door de ACVZ geschetste scenario’s en welke ontwikkelingen stemmen zorgelijk dan wel hoopvol?

Ernst Hirsch Ballin beschouwt in ‘De staatstaak inzake migratie op weg naar 2030‘ de migrant als aankomende staatsburger. Toelating of weigering van migranten kan in veel gevallen een procedure van wederkerig bestuursrecht worden, uitmondend in een verblijfsovereenkomst in plaats van een verblijfsvergunning.

Daarna volgt Annette Schrauwen met ‘De Europese Unie en het Nederlandse migratierecht en -beleid anno 2030’. Het is volgens haar een hachelijke onderneming te schrijven over de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse migratierecht over elf jaar. In tijden van Brexit zijn er commentatoren die menen dat dit het begin van het einde is en de EU uiteen zal vallen. Aan de andere kant vindt men de opvatting dat het vertrek van de Britten zal leiden tot meer saamhorigheid binnen de Unie en tot intensievere samenwerking, ook op het gebied van het migratierecht. De lezer zal dan ook begrijpen dat Annette haar bijdrage expliciet voorziet van een grote disclaimer: het kan allemaal anders lopen dan hier geschetst.

Joop de Beer en Helga de Valk stellen in ‘Feit of fictie: Kan de wetenschap bijdragen aan een toekomstbestendig migratiebeleid?’ dat migratiebeleid zou moeten worden gebaseerd op een rationele afweging van argumenten. In debatten over migratie spelen emoties echter vaak een belangrijke rol. Dat maakt de relatie tussen wetenschap en beleid gecompliceerd. In deze bijdrage aandacht voor de spanningsvelden en dilemma’s die uitwisseling tussen wetenschap en beleid bepalen en soms bemoeilijken. De auteurs benadrukken het belang om tot uitwisseling te komen, vooral wanneer het gaat om migratie waarbij het debat in hoge mate gepolariseerd is.

De boekbespreking in deze aflevering van JNVR is van de hand van Eveline van der Linden. Zij bespreekt het boek van Monika Sie Dhian Ho, Rene Cuperus en Annelies Pilon (red.), Over de grens. De vluchtelingencrisis reality test, Wiardi Beckman Stichting/uitgeverij Van Gennep Amsterdam 2017. Tegen de achtergrond van de in 2015 ontstane vluchtelingencrisis is het doel van dit boek om te onderzoeken hoe om te gaan met de ‘wanorde aan de Europese grenzen, en hoe het brandende vraagstuk van de vluchtelingencrisis van passende antwoorden te voorzien’.